Boerenbedrijf 2.0
zurück

Boerenbedrijf 2.0

De jonge boeren in Zuid-Tirol/Südtirol doen het op hun eigen manier. Ze willen experimenteren, ze willen innovatie

Al eeuwenlang bestieren de boeren in Zuid-Tirol hun bedrijven op traditionele wijze. En dat doen ze goed. De appels, de wijn en de melk uit Zuid-Tirol worden tot ver over de landsgrenzen verkocht. Ook tegenwoordig kom je nog de klassieke, traditionele boerenhofsteden tegen, vooral in de dalen Val d’Ultimo/Ultental, Val Senales/Schnalstal en Val Passiria/Passeiertal, maar toch zien ze er een tikkeltje anders uit.

De jonge generatie zorgt voor een frisse wind in de landbouw. Veel jonge mensen kiezen er tegenwoordig bewust voor om het boerenbedrijf van hun ouders voort te zetten. Maar de klassieke manier van boeren is niet langer genoeg voor hen. De nieuwe boeren – en boerinnen – willen meer.

De huidige generatie boeren en boerinnen stelt haar eigen spelregels op. Voordat ze zich in Zuid-Tirol settelen, willen velen van hen nog iets van de wereld zien. Sommigen studeren, reizen, doen ervaring op in een ander beroep of besluiten tot ‘work and travel’ op een boerderij aan de andere kant van de wereld. Ze absorberen zo veel mogelijk kennis, en terug op de ouderlijke boerderij kiezen ze er vaak voor andere wegen te bewandelen.
Velen zoeken naar een niche om van het werk op de boerderij te kunnen leven, want helaas is het tegenwoordig steeds moeilijker om met conventionele methodes een boerenbedrijf te runnen. Maar dat is niet de enige reden dat ze het op een andere manier willen aanpakken: ze willen ook meer uit de landbouw halen. Ze willen experimenteren, ze willen innovatie.

Zo zijn er momenteel jonge boeren als Simon Werth en Simon Waldthaler, die asimina telen en ze tot sap verwerken. Zogeheten prairiebananen – een uit Noord-Amerika afkomstige vrucht, die aan bomen met grote bladeren groeit en bij ons nog een echte exoot is. Of een jonge boer als Alois Schiefer, die artisjokken verbouwt in de Val Passiria/het Passeiertal: die vlezige groente die, gekookt zonder kruiden, smaakt als het wit van een spiegelei. En er zijn jonge boeren als Martin Pichler, ook uit de Val Passiria/het Passeiertal, die van appels geen appelsap, maar appelsekt maakt (en zo kunnen we nog wel een tijdje doorgaan).
Deze soms ongebruikelijke producten zijn bij de eigen boerderij te koop of in winkels als Pur Südtirol.

Ook is momenteel een beweging ‘back to the roots’ gaande. Er zijn boeren als Harald Gasser, die zich toeleggen op de teelt van vergeten en buitenissige fruit- en groentesoorten (klavertjevierbolletjes, aardbeispinazie, suikerwortel, jicama en Japanse mosterdsla) of boerinnen als Petra Schwienbacher, die weer wolvarkens houdt. Beproefd, maar wel met een nieuw elan.

Ja, je kunt wel zeggen dat de boeren in Zuid-Tirol anders zijn. Een beetje gek misschien, en soms met een tattoo of een piercing. Maar nog altijd verknocht aan het land waar ze zijn geboren en opgegroeid. Ze maken liever carrière op het land en hebben daardoor werk dat nooit verveelt.

De jonge boeren van Zuid-Tirol weten van aanpakken – hartstochtelijk bezig met hun beroep, dat zoveel meer is dan louter werk. Boerenbedrijf 2.0 dus.
Was de inhoud nuttig voor u?
Hartelijk dank voor uw feedback!
Dank u!
Laat je vrienden meedoen ...
Deel de hele story of aleen een passage, laat jouw vrinden weten wat jij leuk vind!