Bacchus, de god van de wijn, en Pomona, de godin van het boomfruit, geven hun naam aan deze nieuwe wijn- en appelroute, die hoog boven Meran een prachtig uitzicht biedt op het unieke cultuurlandschap van Schenna. Met een wandeltijd van circa een tot anderhalf uur nodigen beide routes uit tot een afwisselende, panoramische tocht langs wijngaarden en appelboomgaarden.
De wijnroute
De wijnroute sluit aan bij Schenna’s eeuwenoude wijngeschiedenis. Meer dan twintig haltes vertellen over het werk in de wijngaard, delen vakkennis, belichten historische feiten en onthullen bijzondere weetjes over de edele drank. Over een lengte van 5,3 km slingert het pad soms wat steiler, dan weer rustig en ontspannen door het zonovergoten terroir, met telkens weer adembenemende uitzichten op kasteel Schenna en de kuurstad Meran. De route is in anderhalf uur te wandelen, maar de vele bijzondere haltes onderweg – zoals een aromastation – maken het aantrekkelijk om extra tijd te nemen. Ook om de wijnkelders en boerenwinkels te bezoeken, die handig genoeg direct langs het pad liggen.
De appelroute
Herkomst en mythes, tradities en geschiedenis, teelt, plaagbestrijding, oogst, geloof en bijgeloof: alles wat je over de appel wilt weten, ontdek je op deze panoramische rondwandeling door het zonovergoten landschap van Schenna. Informatieve teksten en interactieve haltes brengen wandelaars dichter bij het lokale fruitteeltgebied en zijn rijke verleden. Met een lengte van 3,7 km en een bescheiden hoogteverschil van 180 meter is de appelroute een plezierige wandeling voor jong en oud. Onderweg wachten niet alleen bijenhuizen en appelklankspelen, maar nodigen ook boerenwinkels uit om huisgemaakte lekkernijen te proeven.